Beste lezers,
Het tweede deel van de serie van Ramona Sno en Hodan Warsame over intersectionaliteit in Nederlandse Zwarte anti-racisme bewegingen zal niet vandaag, maar op woensdag 21 januari worden gepubliceerd.
Beste lezers,
Het tweede deel van de serie van Ramona Sno en Hodan Warsame over intersectionaliteit in Nederlandse Zwarte anti-racisme bewegingen zal niet vandaag, maar op woensdag 21 januari worden gepubliceerd.
Dit is het eerste deel van een vierluik. In het vierluik willlen wij, Hodan Warsame en Ramona Sno, een reflectie geven op de huidige stand van zaken in het anti-racisme landschap in Nederland en zaken bespreken waarvan wij vinden dat zij belicht dienen te worden. De vier delen en hun publicatiedata zijn:
Deel 1: “Naar een intersectioneler Zwart activisme”, 4 januari 2015
Deel 2: “Het patriarchaat en kapitalisme”, 18 januari 2015
Deel 3: “ Bondgenoten; positionering en valkuilen”, 1 februari 2015
Deel 4: “Hoe om te gaan met kritiek” 15 februari 2015
Ook dit jaar weer hebben zich historische ontwikkelingen voorgedaan in de strijd tegen Zwarte Piet en anti-Zwart racisme in Nederland. Acties geleid door Zwarte anti-Zwarte Piet bewegingen gesteund door niet-Zwarte bondgenoten van allerlei achtergronden hebben weer duidelijk gemaakt dat Zwarte mensen in Nederland zich zullen blijven verzetten tegen het anti-Zwarte racisme van de blackface figuur. Het bewustzijn van wat racisme is en de bereidheid om vanuit verschillende Zwarte groepen ons te verzetten tegen verschillende vormen van institutioneel racisme – met name Zwarte Piet en het Nederlandse asielbeleid- lijkt nooit groter geweest onder personen van 20 tot 40 jaar. Tegelijkertijd zijn er ook destructieve en onderdrukkende krachten binnen Zwarte anti-racisme bewegingen te bespeuren. Met Zwarte mensen in Nederland bedoelen we hier personen van Afrikaanse herkomst; nazaten van Afrikaanse tot-slaaf-gemaakten of Zwarte personen die na de Trans-Atlantische slavernij om veiligheidsredenen en/of economische redenen naar Nederland gekomen zijn. Op een wereldwijde schaal zijn ook andere groepen Zwart, zoals bijvoorbeeld Aboriginals in Australië en de indigenous bevolking van West-Papua.
Invloedrijke Zwarte anti-racisme organisaties weten grote aantallen Zwarte mensen en niet-Zwarte bondgenoten te mobiliseren, maar tegelijkertijd wissen deze organisaties de ervaringen en perspectieven van met name Zwarte vrouwen, disabled [1]personen, ongedocumenteerde personen, LGBTQIA[2] en niet-menselijke dieren[3]. Hierdoor komen hun ervaringen van systemische onderdrukking niet op de agenda en worden soms ook wel strategieën of oplossingen voorgesteld door Zwarte anti-racisme organisaties die systemische onderdrukking van deze en andere groepen reproduceren.
Ondanks de pretentie dat deze organisaties voor de vrijheid van alle Zwarte mensen strijden, blijkt keer op keer het tegenovergestelde uit hun retoriek, hun interne organisatie en evenementen die zij organiseren. Hoewel het misschien niet de intentie is van deze organisaties, richten hun acties zich vaak op de verheffing van de Zwarte, cisgender,[4] heteroseksuele man ten koste van andere groepen. Zwarte vrouwen, LGBTQIA, personen in een lage sociaal-economisch klasse en ongedocumenteerde personen worden door de leiders van Zwarte anti-racisme organisaties volgens dezelfde patriarchale, kapitalistische maatstaven beoordeeld die Witte suprematie ook hanteert. Wij reageren op deze ontwikkelingen binnen de Zwarte anti-racisme en anti-Zwarte Piet bewegingen als Zwarte vrouwen en als activisten die intersectionaliteit centraal stellen in ons activisme. We zijn bezorgd over het effect dat de retoriek van deze groepen zal hebben op Zwarte personen die ermee in aanraking komen en met name de manier waarop seksisme, homofobie, transfobie, validisme (de marginalisatie van disabled personen), soortisme (de onderdrukking van niet-menselijke dieren) en klassisme worden gereproduceerd door de leiders van deze organisaties. Dit stuk is daarom direct gericht aan Zwarte anti-racisme organisaties in Nederland en Zwarte mensen die bewust willen worden van hoe anti-Zwart racisme werkt en zich verhoudt tot andere vormen van onderdrukking. Dit is ons primaire publiek. We hopen dat niet-Zwarte lezers dit stuk ook informatief zullen vinden.
We zijn ervan overtuigd dat de strijd tegen racisme deel moet uitmaken van een bredere strijd tegen alle vormen van onderdrukking. We nemen hiermee niet een luxepositie in. Op dit moment wordt letterlijk geweld tegen Zwarte vrouwen geageerd door high profile sprekers als Umar Johnson en Tariq Nasheed, die door invloedrijke anti-racisme organisaties zijn uitgenodigd. Verbaal geweld tegen Zwarte vrouwen, waaronder een van de schrijvers van dit stuk, wordt vaak door leden van Zwarte anti-racisme groepen gepleegd. De situatie is urgent. We kunnen in onze strijd tegen racisme niet alleen uitgaan van de positie van de cisgender, heteroseksuele, abled Zwarte man en alle privileges die hij heeft tegenover Zwarte vrouwen, LGBTQIA, disabled personen, ongedocumenteerde personen en niet-menselijke dieren. Een intersectionele aanpak – waarbij als uitgangspunt wordt genomen dat Zwarte personen ook vele andere identiteiten hebben naast hun Zwarte identiteit- is niet onmogelijk, onpraktisch, of te langzaam. Het is voor ons de enig mogelijke aanpak als we willen vechten voor een wereld zonder onderdrukking. Als Zwarte vrouwen strijden wij voor de vrijheid en waardigheid van iedereen die door kapitalistische en patriarchale Witte suprematie wordt onderdrukt.
Hoewel Zwarte mensen allen met anti-Zwart racisme te maken hebben, is de Zwarte identiteit slechts een van de vele identiteiten die men heeft en nemen Zwarte personen daarom ook niet allemaal dezelfde politieke positie in. Gender, seksualiteit, burgerschapsstatus, of men wel of niet als disabled is, klasse en andere sociale kenmerken hebben allemaal verschillende effecten. We willen met deze serie bereiken dat er een beter begrip is van deze structurele en politieke verschillen in de posities van Zwarte personen in Nederland, waardoor er beter begrip kan komen hoe om te gaan met de privileges die Zwarte personen ten opzichte van elkaar hebben.
In deel twee identificeren we verschillende manieren waarop vormen van systemische onderdrukking als seksisme, validisme, homofobie en klassisme worden gereproduceerd door veel Zwarte anti-racisme organisaties in Nederland op dit moment. Dit doen we aan de hand van recente voorbeelden van de retoriek en acties van Zwarte anti-racisme organisaties die worden geleid door cishetero (cisgender & heteroseksuele) mannen.
In deel drie van deze serie bespreken we ook de relatie tussen Zwarte activisten enerzijds en Witte en niet-Zwarte activisten van kleur anderzijds. We beschrijven hierin uitgebreid waarom de fundamenteel andere posities van deze groepen tot andere activistische strategieën moeten leiden. Zwarte anti-racisme organisaties legitimeren vaak onbewust de anti-Zwartheid van Witte en niet-Zwarte mensen van kleur. Het moge duidelijk zijn dat juist anti-racisme activisten zich bewust moeten zijn van wat anti-Zwart racisme inhoudt, wat er specifiek aan is en waarom het belangrijk is om het te bestrijden. Ook in dit deel spreken we daarom Zwarte anti-racisme organisaties aan, omdat zij een leidende rol hebben in de omgang met Witte activisten en niet-Zwarte activisten van kleur.
In het vierde en laatste deel van deze serie delen we strategieën voor hoe activisten vanuit verschillende posities betere bondgenoten voor elkaar kunnen zijn en beter om kunnen gaan met kritiek van elkaar. Kritiek kan daadwerkelijk leiden tot beter begrip van de positie van de ander en een meer respectvolle omgang met elkaar, mits het samengaat met kritische zelfreflectie en de nodige zelf-educatie.
Hiermee willen we bijdragen aan het denken over alternatieve modellen voor anti-racisme activisme in Nederland, die gebaseerd zijn op intersectionaliteit. We hopen dat meer Zwarte activisten zullen deelnemen aan dit gesprek en bij zullen dragen aan de continue collectieve zelfreflectie die nodig is om ons activisme te laten werken voor iedereen. Dit zal een leerproces zijn en iedereen zal hierin fouten maken. Ook wij als schrijvers van dit stuk hebben dit in het verleden gedaan en zullen in de toekomst ook fouten maken. Door echter bewust een ethiek te ontwikkelen – principes die we als leidraad gebruiken – gebaseerd op erkenning van de verschillen tussen (Zwarte) personen en de privileges die daarmee gepaard gaan, hopen we dat we van onze fouten leren en niet langer in dezelfde valkuilen stappen.
We definiëren in het onderstaande allereerst een aantal belangrijke concepten als institutioneel racisme, (Wit) privilege, witte suprematie en intersectionaliteit om bij te dragen aan een groter collectief begrip van de mechanismen die ten grondslag liggen aan onderdrukking.
Het bouwen van een collectieve taal
Velen van ons die op grond van een of meerdere van onze identiteiten worden gemarginaliseerd, herkennen dit gevoel instinctief al vanaf een jonge leeftijd. We weten wanneer het gebeurt, al is het vaak ongrijpbaar en vaag en voelen we ons vaak niet veilig genoeg om te benoemen dat men ons actief probeert te vernederen of marginaliseren. Soms hebben we het het geluk opvoeders, familie en vrienden te hebben met wie we deze identiteiten delen, die ons voorbereiden op de harde werkelijkheid van de systemische onderdrukkingen waarmee we te maken kunnen krijgen en ons leren hoe we onszelf ertegen kunnen beschermen. Er is veel kennis in onze gemeenschappen over hoe we kunnen overleven in een wereld die fundamenteel tegen ons welzijn is gekeerd.
Er is onder Zwarte gemeenschappen wereldwijd ook veel kennis gecreëerd over anti-Zwart racisme. Zwarte denkers hebben deze kennis verder uitgediept en begrippen ontwikkeld om de specifieke manieren waarop anti-Zwart racisme werkt te begrijpen en benoemen. Grip hebben op de geschiedenis en context van racisme, in dit geval anti-Zwart racisme, maakt dat we onze ervaringen van vernedering en achterstelling minder snel verklaren vanuit een persoonlijk falen (iets dat wordt aangemoedigd door de maatschappij). Het biedt ons ook de tools om tegen deze vorm van onderdrukking te vechten. Als we beter begrijpen welke functies anti-Zwart racisme vervult in de samenleving, kunnen we het beter herkennen in al zijn verschillende verschijningen, kunnen we meer mensen mobiliseren en zijn we minder geneigd om zelf anti-Zwart racisme te reproduceren.
Zwarte anti-racisme bewegingen maken een enorm verschil in dit opzicht, omdat zij vaak de enige ruimtes bieden waarin het bestaan van anti-Zwart racisme wordt erkend, publiekelijk wordt besproken en er een zelfverzekerdheid bestaat over onze capaciteit om onze vrijheid en waardigheid te bevechten. Men komt binnen deze bewegingen samen op basis van een gedeelde gemarginaliseerde politieke positie en creëert een collectief bewustzijn van die positie op basis waarvan men collectief actie kan ondernemen. Een belangrijk deel van het werk dat Zwarte anti-racistische bewegingen daarom doen is het ontwikkelen van een gezamelijke taal om de verschillende mechanismen van anti-Zwart racisme te benoemen. Een van de grootste zwaktes van de huidige Zwarte anti-racistische organisaties die actief zijn in Nederland is dat begrippen zoals institutioneel racisme, Witte suprematie en Wit privilege onjuist of onvoldoende worden gedefinieerd, waardoor deze begrippen niet het werk kunnen doen waarvoor ze in het leven zijn geroepen; het verschaffen van conceptuele duidelijkheid, zodat we onze context beter begrijpen, onderdrukking in al haar vormen kunnen herkennen en effectieve strategieën kunnen ontwikkelen om er een einde aan te maken. Hieronder delen we daarom een aantal definities van begrippen in de strijd tegen anti-Zwart racisme.
Ras
Ras is een sociaal-politieke constructie. In andere woorden, het bepaalt je relatie tot andere groepen, welke identiteiten je worden toegeschreven, welke je je kunt toeëigenen, en je machtpositie ten opzichte van anderen. Het is meer dan alleen huidskleur; het gaat ook om kenmerken als haartextuur, de vorm van je neus, taal en culturele kenmerken. Ras structureert de samenleving en rangschikt leden van deze samenleving ongeacht hun klasse, gender of andere sociale identiteiten.[5]
Een samenleving waarin ras een ordeningsprincipe is, is een raciale hiërarchie. Witte suprematie, dat we hieronder zullen definieren, is een wereldwijde, meer dan 500 jaar oude raciale hiërarchie die door kolonialisme, slavernij en kapitalisme is ontstaan. Raciale hiërarchieën verschillen per land en zelfs per regio. In Nederland bestaat er bijvoorbeeld een andere raciale hiërarchie dan de VS, maar in beide landen staan mensen die worden gezien als Wit, of dichtbij dit ideaal komen, bovenaan de hiërachie. Verschillende groepen staan hieronder in verschillende volgordes. De manier waarop ras sinds de vijftiende en zestiende eeuw met de komst van kolonialisme en slavernij (en daarmee met de creatie van Witte suprematie) werd verheven tot de belangrijkste en meest invloedrijke manier om personen in te delen in groepen is uniek.
Witte suprematie
Witte suprematie is een ideologie. Het is een systeem dat met het begin van kolonialisme en slavernij in de vijftiende en zestiende eeuw is ontstaan, institutioneel in stand wordt gehouden en gericht is op de uitbuiting en onderdrukking van naties en mensen van kleur door Witte naties en naties van het Europese en Noord-Amerikaanse continent.[6] Het doel hiervan is het behouden en beschermen van een systeem van welvaart, macht en privilege. Het creëert een ideaal, dat van de Witte, cishetero, abled Europese man en zet hem bovenaan een hierarchie waarin alle anderen ondergeschikt zijn aan hem. Witte suprematie is dus intrinsiek verbonden aan seksisme, validisme, homofobie, soortisme, klassisme, transfobie en andere vormen van systemische onderdrukking.
Niet-Witte groepen, hun culturen, landen en natuurlijke hulpbronnen worden binnen Witte suprematie gezien als uitsluitend voor het gewin van de Witte man en Witte samenlevingen. Dit basisidee heeft allerlei economische, culturele, juridische, en politieke implicaties.
Witte suprematie is gefundeerd op het kapitalisme en de welvaart voor Witte mensen die daaruit voortkomt. Het kan er dus niet los van worden gezien. Dit geldt vandaag de dag nog steeds. De kapitalistische wereldeconomie is nog altijd voornamelijk gebaseerd op de uitbuiting en systemische onderdrukking van niet-Witte mensen, niet-menselijke dieren, naties en continenten. De meeste producten en diensten die wij in het Westen gebruiken zijn gemaakt in Afrika, Azië, Zuid-Amerika en Oost-Europa onder slechte arbeidsomstandigheden en een laag loon.
Om aan te geven dat Witte suprematie deel uitmaakt van een groter systeem van onderdrukkingen heeft de Zwarte, Afro-Amerikaanse feminist bell hooks de term “imperialist, white supremacist, capitalist patriarchy” geformuleerd. Ze benadrukt hiermee de culturele, economische en militaire dominantie van Witte naties (en met name de VS) over de rest van de wereld (imperialisme), de ideologie van Witte suprematie die dit legitimeert, de economische structuur die dit winstgevend maakt (kapitalisme) en de ideologie die de dominantie van de cisgender man over de rest van de samenleving voorschrijft (het patriarchaat)
Institutioneel racisme
Deze term komt uit de Black Power Movement uit de VS. Stokely Carmichael (later bekend als Kwame Ture) en Charles Hamilton ontwikkelden de belangrijkste kenmerken van deze term in hun boek ‘Black Power’ (1967). De term kwam voort uit de sociale bewegingen van de jaren ‘60. Carmichael en Hamilton introduceerden de term om houdingen en praktijken die leiden tot een racistisch resultaat door bureaucratische procedures die onbevraagd bleven. Ze wilden met deze term ook een onderscheid maken tussen individueel racisme en een minder zichtbaar, maar invloedrijke vorm van racisme die plaatsvindt onafhankelijk van de racistische intenties van individuen maar plaatsvindt op systemisch niveau. Later werd de term gepopulariseerd door sociologen uit de VS en VK.[7]
In Nederland kunnen we bijvoorbeeld zien dat “allochtone jongeren zitten gemiddeld drie en vijftig langer vast dan autochtone jongeren met dezelfde soort delicten” en “Allochtonen worden bij hetzelfde gedrag vaker aangehouden, krijgen minder vaak een waarschuwing, blijven langer in verzekerde bewaring, krijgen hogere straffen” (quotes afkomstig uit dit rapport)[8]. Als we kijken naar de intersectie tussen Zwart zijn en vrouw zien we dat Van den Anker van Leefbaar Rotterdam het idee heeft geopperd om Antilliaanse tienermoeders te dwingen een abortus te ondergaan. Ook als het om ongedocumenteerde vluchtelingen gaat is er in Nederland institutioneel racisme. Het ECRI rapport geeft aan: “In Nederland wordt overigens gemiddeld 2% van de jaarlijkse aanvragen [asielaanvragen red] goedgekeurd, maar wereldwijd is dat volgens de UNHCR 44,5%”. Ook wil Nederland alleen nog met DNA-tests via de Nederlandse ambassade familiebanden bewijzen voor gezinshereniging, ook in landen waar geen Nederlandse ambassade is. Verder is uit het ECRI-rapport gebleken dat “justitiële detentiefaciliteiten voor alleenstaande minderjarige asielzoekers worden gebruikt. In 2009 werden 300 alleenstaande minderjarigen in dergelijke inrichtingen vastgehouden”. Ook zet Nederland mensen die niet uitgezet kunnen worden letterlijk op straat zonder enige vorm van hulp op het gebied van slaapplek of voedsel, laat staan medische zorg, ondanks het uitkomen van het advies van de Raad van Europa (en in dit krantenartikel is de dehumaniserende framing die in de Nederlandse media terugkomt te zien, de ongedocumenteerde vluchtelingen worden ‘illegalen’ genoemd).
Privilege
Privilege is het voordeel dat personen in een maatschappij hebben gebaseerd op hun sociale identiteit. Deze voordelen worden systemisch door de maatschappij aan bepaalde groepen (met bepaalde identiteiten) op collectief niveau gegeven. Onterecht wordt soms gedacht dat het gaat om individuen in plaats van de groep die in het geheel privilege geniet. Privilege bevordert een bepaalde groep tot de norm, waarbij alle anderen afwijken van die door de maatschappij opgelegde norm. Als we in Nederland kijken naar privileges zien we dat er Wit privilege is (wat hierna nader onder de loep genomen wordt), mannelijk privilege, abled privilege, neurotypisch privilege, menselijk dier privilege, klasse privilege en nog vele andere vormen van privilege.
Het is van groot belang om te wijzen op het feit dat privilege-denken problematische aspecten met zich mee kan brengen. Privilege wordt al snel een individualistische zaak, waarbij mensen denken door het erkennen van hun privilege af te zijn van de uit balans zijnde machtsverdeling in de maatschappij. Een belangrijk stuk geschreven door Andrea Smith gaat hier op in. Zij geeft aan dat wanneer men slechts privilege erkent en daarmee denkt iets ‘toegegeven’ te hebben, het privilege-discours juist racisme en koloniaal denken in stand houdt. Wij vinden het belangrijk om deze kritiek mee te geven aan de lezers van dit stuk omdat we zien dat er inderdaad ook in Nederland een grote neiging bestaat om te denken dat het erkennen van privilege datgene is wat gaat zorgen voor een omwenteling. Erkenning van privilege is niet voldoende en niet zaligmakend.
Wit privilege
Wit privilege is de voorkeursbehandeling die mensen die tot de dominante Witte groep behoren krijgen. Een belangrijk artikel waar vaak aan gerefereerd wordt inzake Wit privilege is “White Privilege: Unpacking the Invisible Backpack” van Peggy McIntosh. Als Witte cis vrouw reflecteert zij hierin op de manieren waarin zij profiteert van racisme. Wit privilege definieert ze als een (voor Witte personen) onzichtbare rugzak vol onverdiende voordelen die in het dagelijkse leven ingezet kunnen worden door Witte mensen. Belangrijk is dat er een stilzwijgende consensus is tussen Witte mensen dat deze voordelen onbenoemd blijven. Volgens McIntosh worden Witte mensen geconditioneerd om onbewust te blijven van hun Wit privilege en zichzelf te zien als een individu wiens moraliteit gebaseerd is op haar individuele morele wil. McIntosh geeft ook vele voorbeelden van Wit privilege in haar stuk; Witte personen kunnen bijvoorbeeld vaak de televisie aanzetten en ervan uitgaan dat mensen die tot het Witte ras behoren breed gerepresenteerd zullen zijn. Ze zullen waarschijnlijk niet achtervolgd worden door de beveiliging in een winkel. Historische narratieven over ‘beschaving’ zullen Witte mensen centreren en veronderstellen dat Witte mensen die beschaving hebben gemaakt tot wat het is. En zo geeft McIntosh nog veel meer voorbeelden.
Wanneer wij hier spreken van Witheid, doelen we op een collectieve machtspositie in een Wit suprematische samenleving. Wit privilege houdt in dat mensen die worden gezien als Wit passen binnen wat de meeste instituties en personen zien als de norm. Waar niet-Witte mensen worden benadeeld door racisme, worden Witte mensen er juist door bevoordeeld en genieten zij dan ook Wit privilege. Waar niet-Witte mensen op collectief niveau kansen worden ontnomen en geweld wordt aangedaan in de naam van Witte suprematie, krijgen mensen die worden gezien als Wit onverdiende kansen en het voordeel van de twijfel.
Wit privilege hangt samen met huidskleur, maar dit betekent niet dat iedereen met een lichte/bleke huidskleur toegang heeft tot Wit privilege of erkend wordt als Wit door anderen die tot de dominante Witte machtsgroep behoren. Ook factoren als etnische afkomst, gezichtskenmerken, taal, koloniale status, religie en klasse bepalen in hoeverre, en of iemand wordt gezien als Wit. Zo hebben Poolse arbeidsmigranten in Nederland niet de status van Witheid bereikt en hebben zij dus beperkte toegang tot Wit privilege. Zodra iemand met een Pools accent bijvoorbeeld Nederlands spreekt, zal haar accent herkend worden en kunnen daarmee onmiddelijk allerlei negatieve stereotypen over Polen getriggerd worden. In de geschiedenis van Witte suprematie in het Westen hebben etnische groepen als de Ieren[9] langzaamaan toegang gekregen tot Witheid en Wit privilege. Dit gebeurt meestal omdat hiermee andere groepen weer buitengesloten kunnen worden van de welvaart en de privileges waar de Witte dominante groep toegang toe wil beperken. Witheid is dus als raciale identiteit zeer veranderlijk en hangt sterk samen met de economische en politieke machtstructuur in een bepaald land. Wit privilege is een beschrijvende term die aangeeft hoe personen die worden gezien als Wit vaak onbewust profiteren van die machtspositie.
Intersectionaliteit
Intersectionaliteit – ook wel kruispuntdenken genoemd – is een concept ontwikkeld door de Afro-Amerikaanse jurist Kimberlé Crenshaw om aan te geven dat verschillende vormen van onderdrukking niet van elkaar los kunnen worden gezien en op elkaar inwerken. Toen zij het concept introduceerde had zij het vooral over de manier waarop seksisme en racisme beide effect hebben op Zwarte en niet-Witte vrouwen in de VS, maar intersectionaliteit creëert ook aandacht voor de manier waarop allerlei andere vormen van institutionele onderdrukkingen naast elkaar bestaan en op elkaar inwerken. Intersectionaliteit geeft aan dat iedereen verschillende identiteiten heeft en dat er een interactie is tussen de specifieke vormen van marginalisatie die op basis van elk van die identiteiten kunnen bestaan. Crenshaw was de eerste die de term intersectionaliteit gebruikte, maar zoals zij ook aangeeft, volgt zij vele andere Zwarte vrouwen in de VS die aandacht eisten voor hun specifieke positie ten opzichte van zowel Zwarte mannen als Witte vrouwen die respectievelijk tegen racisme en seksisme streden. Voor Zwarte vrouwen geldt immers dat zij op het kruispunt van die twee vormen van institutionele onderdrukking leven, wat voor Zwarte cis vrouwen leidt tot misogynoir en voor Zwarte trans vrouwen tot transmisogynoir.
Belangrijk om te beseffen is dat de interactie van verschillende vormen van onderdrukking leidt tot een nieuwe ervaring die niet vergelijkbaar is met de ervaringen van mensen die niet dezelfde identiteiten delen. Zo krijgt een Zwarte trans vrouw met transmisogynoir te maken, een combinatie van onder andere transfobie, racisme, anti-Zwartheid en seksisme. Een Zwarte cis vrouw krijgt daarentegen te maken met misogynoir, een combinatie van onder andere racisme, anti-Zwartheid en seksisme.[10] Transmisogynoir en misogynoir laten zien dat racisme wezenlijk anders wordt ervaren door Zwarte trans vrouwen dan door Zwarte cis vrouwen en deze groepen krijgen hier ook weer op een andere manier mee te maken dan Zwarte cis mannen. Dit betekent ook dat het onmogelijk is om bijvoorbeeld racisme boven seksisme te stellen of seksisme boven transfobie. Het prioritiseren van racisme of seksisme gebeurt vaak door niet-intersectionele Zwarte cis mannelijke activisten en Witte feministen. De schrijver van de Zwart feministische blog Gradient Lair geeft een heldere uitleg van de manier waarop Witte feministen het argument gebruiken dat het mannelijk privilege van Zwarte mannen onderdrukkender is dan hun eigen Witte privilege. In dit stuk legt de schrijver dus ook duidelijk uit dat intersectionaliteit ook kijkt naar het spanningsveld tussen Zwarte mannen en Witte vrouwen, in tegenstelling tot de bewering van Sandew Hira. Hij stelt in zijn recente stuk ook “Een zwarte vrouw kan gediscrimineerd worden door racisme of seksisme”. Hieruit (de of/of tegenstelling) blijkt dat hij de intersecties en wat deze opleveren (in dit geval misogynoir) niet doorgrond heeft. We zullen later nog op dit stuk ingaan bij het deel dat gaat over bondgenoten.
Wanneer het aankomt op het analyseren van hoe onderdrukking werkt en hoe het zich manifesteert, is het belangrijk om een intersectionele benadering te hanteren. Dit maakt de analyse niet alleen geschikt voor de verschillende groepen die ermee te maken hebben, maar geeft ook een completer beeld van hoe een bepaalde vorm van onderdrukking binnen een groter systeem past. Ook bij de formulering van strategieën voor het bestrijden van onderdrukking is een intersectionele benadering belangrijk. Door een intersectioneel perspectief zullen strategieën die bijvoorbeeld gericht zijn op de bestrijding van anti-Zwart racisme minder snel seksisme, klassisme of homofobie reproduceren.
In het volgende deel zullen we ingaan op de manier waarop het patriarchaat (en alles wat daaruit voortvloeit) en kapitalistische ideogieën worden gereproduceerd binnen Zwarte anti-racisme organisaties.
[1] We hebben zoveel mogelijk geprobeerd Nederlandse termen te gebruiken, maar in soms is het ons niet gelukt een geschikte term te vinden. De term disabled is hier een voorbeeld van.
[2] Staat voor: Lesbian, Gay, Bisexual, Trans, Queer, Intersex, Asexual
[3] In het vierde deel van deze serie zullen we een lijst van websites opnemen waarin de verschillende vormen van onderdrukking die deze groepen ondergaan worden verder beschreven.
[4] Met cisgender wordt iedereen die niet transgender is bedoeld, hoewel dit niet een complete definitie is, omdat intersex personen vaak buiten beide categorieën vallen. Intersex personen hebben vaak geen cisprivilege, maar zijn ook vaak niet trans. Met dank aan Vreer van Vreerwerk.
[6] Micky Ellinger & Sharon Martinas
[7] Met dank aan Egbert Alejandro Martina
[8] Omdat het rapport over allochtonen spreekt is het hier gebruikt, wij zetten ons af tegen deze racistische term die ook nog eens allerlei verschillende groepen die met verschillende vormen van systemische onderdrukking te maken krijgen op 1 hoop gooit.